Draag

Het dragen van je baby

Deel dit bericht

Tijdens de zwangerschap heb je je baby gevoeld en gedragen, na de geboorte verwacht je kindje niet anders, dan dat er ook weer tijdens het dragen contact en verbinding is.

Het 4e trimester betekent, dat er een nieuw mensje op de wereld is gekomen: ofwel als eerste, waardoor er een nieuw gezin ontstaat, ofwel als nieuw gezinslid. De posities en rollen tussen de gezinsleden veranderen, waarbij het hechtingsproces met de baby een belangrijke plaats inneemt. Het dragen van je baby en het ervaren van het gedragen worden door je baby, dragen hier in belangrijke mate aan bij.

Het contact dat met je baby in je buik, dat al tijdens je zwangerschap is ontwikkeld, gaat nu via direct huid op huidcontact verder. Je kunt elkaar aan den lijve voelen en aanraken. Hoe kan dit het hechtingsproces ten goede komen?

Wat betekent hechting?

Hechting is in feite een overlevingsfunctie: als mens-baby ben je nog niet in staat, zonder hulp van anderen te overleven. Naast, dat een baby voeding en verzorging nodig heeft, is liefdevolle aandacht en nabijheid van levensbelang. Als een baby dit laatste moet ontbreken, kwijnt hij weg en gaat hij dood.

Een baby komt op de wereld met al zijn zintuigen: hij kan horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Deze zintuigen zorgen ervoor, dat de baby intiem contact kan maken met zijn ouders. Contact maken houdt in, dat je als ouders behoeften en gevoelens van je baby moeten leren kennen: er sensitief voor worden, waardoor je adequaat kunt gaan reageren. Dit is een voorwaarde om je baby te kunnen geven wat hij nodig heeft en hem te helpen naar zelfstandigheid. Op basis van deze sensitiviteit en responsiviteit, komt een veilige hechting tussen ouders en baby tot stand.

Door steeds maar weer te reageren op de signalen van je baby, door nabijheid te bieden, door vast te houden, te dragen, te voeden of te troosten, leert je baby dat hij gezien wordt, dat zijn behoeften en gevoelens ertoe doen. Hij mag er uiting aan geven. Dit draagt bij aan een veilige hechting en het uiteindelijk tot stand komen van zijn zelfregulerend vermogen: het leren om adequaat om te gaan met zijn behoeften.

Dan is er nog een positief effect: als je adequaat reageert op je baby, beïnvloed dat ook in goede zin zijn immuunsysteem. Een baby ervaart stress wanneer dit niet gebeurt, wat leidt tot een verhoogd niveau van stresshormonen (corticosteroïden) en een lager niveau van geluks-hormonen (endorfinen); dit kan vervolgens leiden tot een grotere vatbaarheid voor ziektes.

Hechting bevorderen middels basisondersteuning.

Veelal wordt gedacht dat een baby in het begin volledig hulpeloos is en niets zelf kan. Als je vanuit dat perspectief met een baby omgaat, krijgt hij ook geen kans zijn mogelijkheden te benutten. Je kunt je baby namelijk al van het begin af, uitnodigen mee te gaan in de beweging, zodat hij actief kan deelnemen. Dit uitnodigen kan via de ‘basisondersteuning’.

In de haptonomie spreken we over het bekken als basis van je lijf. Het bekken vormt het middelpunt van je lichaam, waarin zowel je fysieke, als emotionele middelpunt ligt: het gevoelsmiddelpunt, je basis.

De basisondersteuning biedt een baby zekerheid en veiligheid. Daarmee laat je je baby voelen: ik bied jou veiligheid, door je te dragen en te steunen, je er mag zijn, met je hele wezen. Jullie maken verbinding met elkaar, die hem zelfvertrouwen en zelfzeker maken, wat het hechtingsproces ten goede komt. Steun in de basis, onderaan zijn lijfje (zijn kontje), nodigt uit zijn rugje te rechten, zich op te richten en zich te openen, waardoor hij letterlijk ‘op’ ademt. (Probeer het zelf maar eens als je je rug strekt, je ademt automatisch in.) Dat geeft ruimte.

Hoe doe je dat, basisondersteuning bieden?

De ene hand onder zijn kontje en de andere hand boven bij zijn ruggetje/zij, onder een oksel. De hand onder zijn kontje vormt het vaste steunpunt, waardoor hij zich zowel kan oprichten, als ook uitgenodigd wordt, om méé te bewegen.

Je hand onder zijn kontje zet een draaiing in van het bekken, naar de zij, je rolt daardoor als het ware je baby in je andere hand die zijn zij ondersteunt. Zelfs een pasgeboren baby zal de impuls voelen om zijn hoofdje op te tillen. Het hoofdje kun je in het begin nog ondersteunen met de hand die je bij de oksel hebt. Als je baby nu op zijn zij ligt, kun je hem optillen en naar je toe bewegen, tegen je borst aan. Als dit een gewoonte is, zal je baby steeds actiever worden om mee te doen, hoe subtiel dat ook in het begin zal zijn.

Basis ondersteunen kan tijdens al het contact met je baby, bij het oppakken, dragen, verschonen en in het badje doen. Tevens is je baby dan ook lichter om te dragen, het is geen passief gewicht (wat wel gebeurd als je je baby onder de oksels oppakt) en is dan, zeker als het wat ouder en zwaarder wordt, geen last om te dragen.

De boodschap die je via je gevoel je baby geeft met het basis ondersteunen: je mag er onvoorwaardelijk zijn! Dat is een heel belangrijk aspect voor de ontwikkeling van basiszekerheid: al een competent mens te mogen zijn, hoe jong je ook bent. Je baby zal zich gedragen voelen en bevestigd in zijn  – zijn – . Zoals jij als ouder, laat voelen wie jij bent, kan ook de baby zich laten voelen wie hij is, hoe hij zich voelt (gespannen, soepel, open voor contact).

Het gaat dus beslist niet om een techniek: je draagt je baby i.p.v. dat je hem tilt. Je maakt verbinding met je baby i.p.v. je baby te hanteren als een ‘ding’. (Ik zie helaas info op internet die ‘basisbevestigend dragen’ als een techniek aanbieden.)

Naast het communiceren vanuit je gevoel is het tevens belangrijk ook met woorden je handelingen te begeleiden. Net als eerst contact maken, eer je iets gaat doen, zodat je baby niet overrompeld wordt en in de stress schiet. Als je je baby basisbevestigend uit zijn bedje tilt, ligt je tempo vanzelf lager, iets wat je baby erg fijn vindt om je te kunnen volgen.

Als jij zelf goed in je basis zit, zal jouw baby dat ook voelen. Indien je gestrest, moe of onzeker bent, voelt dat anders voor hem. Dat is niet altijd te voorkomen, maar ben je er bewust van, dat jullie dan minder in verbinding kunnen zijn.

Bronnen:
Dalen, v. M/Joore-Daems,R.  Postnatale haptonomie in het 4e trimester (artikel)
Ferdinandus, R /Plooij, E. Nieuw leven
VHZB,  Tastbaar Welkom (2008)
Plooij, E. Gevoel voor leven (2007)